Na het behalen van de zogenaamde ‘maakbaarheidsproef’ hebben wij het systeem verder doorontwikkeld om ervoor te zorgen dat er minder ruimte benodigd is bij de realisatie. Oorspronkelijk had het systeem circa 20 m breedte nodig, dit hebben wij weten te verlagen naar 5 à 6 m. Langs dijken is de ruimte vaak beperkt, waardoor Piping Control op meer plekken ingezet kan worden.
Vervolgens heeft het waterschap Rivierenland opdracht gegeven om zowel bij Ingen als bij Rijswijk geotextiel langs de binnenteen van de dijk aan te brengen als alternatief voor de reguliere dijkverbetering. Op beide trajecten is circa 700 m geotextiel aangebracht. Per traject is het geotextiel in twee werkdagen aangebracht. Samen met voorbereidende en afrondende werkzaamheden betekent dit dat de aanwonenden van de dijk slechts een week te maken hebben gehad met machines en werkzaamheden voor hun deur terwijl de dijken nu toch net zo goed beschermd zijn als na langdurige traditionele dijkverzwaringen.
Monitoring doorlatendheid geotextiel
Voor het tegengaan van piping is het belangrijk dat het water door het geotextiel kan blijven stromen. Om dit onder de grond te kunnen meten zijn bij de trajecten Rijswijk en Ingen aan beide kanten van het geotextiel meetkabels aangebracht gelijktijdig met het aanbrengen van het doek. Met deze kabels wordt verschil in de waterstroming voor en achter het doek gemeten. Op het moment dat er geen verschil wordt waargenomen, dan betekent dit dat het geotextiel doorlatend is. Daarnaast wordt ook de waterspanning gemonitord met peilbuizen.